Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [70]Maakt de slachting voor zijn kinderen gereed, om hunner vaderen ongerechtigheid wil; dat zij niet opstaan, en de aarde [71]erven, en de wereld [72]vervullen [73]met steden; 70. Of, bereid. De zin is: Gij Perzen en Meden schikt en bereidt u daartoe, dat gij zijns, te weten des konings van Babels kinderen, of zonen, slacht en doodt. Want God spreekt hier de Perzen en Meden aan, mitsgaders al degenen, die Hij nevens hen wilde gebruiken om den koning en de zijnen te doden en uit te roeien. 71. Of, erfelijk bezitten. 72. Dat is, zich zo niet vermeerderen en vermenigvuldigen, dat zij steden bouwen, die met mensen vervullen, en hun gebied uitbreiden. 73. Anders, met vijanden; te weten met vijanden en vervolgers der kerk Gods en van alle vromen.